Artikel Fibrozine Het beest
Het beest
Drie jaar geleden kreeg ik de diagnose van Fibromyalgie en CVS. Twee donderslagen bij een al niet zo heldere hemel. Vier jaar geleden viel ik uit op het werk. Het lichaam en de geest waren op. Het was alsof iemand het licht voor me uitdeed. Ik kon amper nog op mijn benen staan en ik voelde me zwak. De paniekaanvallen stapelden zich in sneltempo op en door de vermoeidheid en de pijn die ik zowel in mijn hoofd, hart en ledematen voelde zag ik even geen uitweg meer.
Fibromyalgie en CVS dus. Het verklaarde veel, ik was jarenlang serieus over mijn eigen grenzen gegaan maar hoe moest ik dat beest in godsnaam temmen. Dat gevoel had ik: alsof er een groot beest in me huisde dat het regelmatig volledig van me overnam. Het op dat moment aaien had geen zin, want daar was het te agressief voor. Ik hield het koekjes voor, lapmiddelen waarmee ik het probeerde af te leiden. Ik probeerde alles opdat het maar niet zou bijten. Maar het beet: in mijn armen, in mijn kuiten, in mijn benen, in mijn nek, in mijn rug en in mijn hoofd. Het ging wild tekeer en probeerde alles te vernietigen waar ik vroeger om gaf.
Ik voelde weerstand: ik was zelf psychotherapeut. Hoe was ooit zover gekomen? Ik hoorde mezelf door en door te kennen. Mij zou het nooit overkomen. Ik stond aan de andere kant van de lijn. Ik was de hulpverlener en niet de patiënt. Maar ik besefte tegelijkertijd dat er iets drastisch moest veranderen. Ik was overtuigd van het belang van psychotherapie en dus ging ik in therapie, want dat zou me redden. En dat deed het.
In het begin had ik er geen vrede mee. Ik zou wel op zoek gaan naar een dokter die me zou zeggen dat ik kerngezond was, dat het een tijdelijk kwaaltje was waar ik wel vanaf zou komen als ik een pilletje nam. Het was iemand waar ik vertrouwen in stelde. Hij zou me wel zeggen hoe ik het allemaal moest oplossen. Tot hij de diagnose bevestigde, mij medicatie voorschreef, zei dat voor de rest van mijn leven zou zijn en me tips gaf hoe ermee om te gaan. Ik besefte dat de oplossing niet langer zat in het afschuimen van dokters, maar in het aanpakken van het beest.
Het beest leerde ik langzaamaan te zien binnen zijn proporties. Het was met vallen en opstaan, dat wel. Op de goede dagen leek het alsof het beest en ik vrienden konden worden. Op de slechte dagen brulde ik samen met het beest mee door onmacht, uit frustratie. Maar ik besefte hoe langer hoe meer dat ik het beest niet kon temmen zolang ik er nors tegen tekeer ging. Zachtheid had het nodig. Dus ging ik op zoek, naar manieren om het koest te houden, om het te aanvaarden en om er contact mee te maken. Ik zocht informatie op over Fibromyalgie en CVS en ik vond het bij de Vlaamse Liga voor Fibromyalgiepatiënten, ik ging op zoek naar anderen die met hetzelfde beest zaten via lotgenotencontact, ik ging op zoek naar verklaringen en naar manieren om er mee om te gaan.
Mijn leven moest en zou een wending nemen van 180 graden. Ik zou vooral leren luisteren naar mijn lichaam. Kijken wat nog kon, aanvaarden wat niet meer kon en vooral een weg zoeken hoe ermee om te gaan. Ik zou wel zien hoe ver het mij zou leiden. Ik ging samen op stap met het beest. Ik liet het uit. Ging ermee wandelen. Praatte ertegen alsof het een vriend was. Het gromde soms, maar ik gromde niet langer terug.
Ik begon met mijn dagen te plannen. Ik maakte een todo-lijstje op met realistische verwachtingen en sprak mezelf toe dat het niet erg was wanneer het mij niet zou lukken. Ik bouwde rustmomenten in, leerde mezelf in te schatten. Ik leerde 'neen' te zeggen tegen mensen, waar ik vroeger voluit 'ja' tegen zou zeggen. Ik plande zelf activiteiten in die wel haalbaar leken. Ik begon steeds meer rekening te houden met de grenzen van mijn lichaam. Wanneer mijn hoofd boordevol plannen zit, neemt het beest het af en toe nog over. Dan gromt het, en dan weet ik hoe laat het is: tijd voor zachtheid en vooral voor rust. Ik beïnvloedde mijn gedachten, probeerde mij te focussen op het positieve en zei resoluut 'stop' tegen ongewenste gedachten. Ik werd me meer bewust van mijn eigen waarheden en van de behoeftes van het beest. Ik zocht afleiding in dingen die me vroeger echt gelukkig maakten: schrijven, tekenen. Ik stelde een verlanglijst op van dingen die ik graag nog wou leren. Ik ontmoette nieuwe mensen en leerde nieuwe vaardigheden die allemaal binnen mijn mogelijkheden lagen. Ik leerde opnieuw te kijken naar de essentie: wie ben ik? Wat wil ik? Wat heb ik nodig om dichter bij mezelf te komen? Ik leerde al gauw dat ik niet meer bang hoefde te zijn voor meningen van anderen. Zij die zonder beest zitten, weten niet wat het is om op te staan met vermoeidheid en pijn en om de dagen door te komen. Waar hun waardeoordelen vroeger belangrijk waren, leerde ik bij mezelf te blijven en mezelf weer op de eerste plaats te stellen. Al werd ik ook grotendeels omringd door mensen die het wel goed met me meenden. Ik gaf mezelf opnieuw projecten die wel realistisch waren. Ik haalde de tijdsdruk weg. Niets moest voortaan, alles kon. En ik zag vooral hoe het beest milder werd en hoe het zelfs zo nu en dan instemmend knikte.
Fibromyalgie, CVS en andere chronische aandoeningen zijn niet van de poes. Het is vaak moeilijk om ermee om te gaan, de ene dag is de andere niet, het is een constant afwegen van wat je nog wel kan en wat niet meer kan. Het vergt veel planning, maar ook veel geduld. Medicatie, therapie, de tijd en het beest hebben me geleerd dat er manieren zijn om er mee om te gaan en de scherpe kantjes ervan af te halen. Ik hoop dat het u lukt om op goede dagen het beest af en toe pootjes te laten geven. Als het gromt, weet dan dat het dat doet met een reden: luister naar het gegrom en neem rust. Alleen zo kunnen het beest en u samen de tocht in harmonie verder zetten, net zoals het mij gelukt is.
Anke Verleysen